woensdag 26 maart 2008

[Vergetelheidje.]

Soms, dan vergeet ik efkens dat ik u graag zie.
Dan wordt ge gedegradeerd tot meubeldecoratie, die ik het liefst van al op de vuilnisbelt zou willen smijten.
En net gelijk dat ik dan doe alsof ik uw aanwezigheid nie opmerk, zo laat gij allerminst merken dat ge der zijt.
Ik denk dat ze dat ook wel’s “ne kouden oorlog” noemen. Ge weet wel, zo’nen oorlog die ge vecht met maar één wapen: uw stilte. En wie’t langste kan zwijgen, die wint.
Maar wat is de prijs? De fonkeling in uw ogen deemstert weg, de lach op mijn gezicht verdwijnt en in de living wordt het 30 graden onder nul, terwijl geen van ons beiden in staat lijkt om het ijs te breken.

Soms vergeet ik dat ik u graag zie.
Maar wanneer ik dan mijn ogen sluit en denk aan alles wat wij samen hebben, dan voel ik een warmte die mij stukske bij beetje weer ontdooit.
Ik haal mij voor ogen hoe uwe lach mijn hart verwarmt, hoe uw aanwezigheid alleen ervoor kan zorgen dat ik mij thuis voel. En de kamer ontdooit met mij mee.
Wat overblijft is onze gesmolten koelheid, wat loskomt een stortvloed van emoties.

En ik neem mij voor van u voor altijd graag te blijven zien.

Want een vergetelheidje af en toe kan iedereen overkomen.
Maar laat wat mij betreft de dementie nog maar een tijdje achterwege…