dinsdag 4 september 2007

[Fragiliteit.]

Soms ben ik bang dat ge zult breken.
Dat mijn alomtegenwoordigheid, mijn constante vraag naar uw fysieke aandacht uw botten zo broos maakt dat ge in stukskes uit elkaar zult vallen. Dat, wanneer mijn armen zich rond u slaan en u zo stevig vasthouden, ze u het ademhalen zullen beletten waardoor ge zult stikken van een overvloed “mij”. Dat mijn lijf het uwe zal verpletteren met al mijn goede bedoelingen.
Soms ben ik een beetje bang dat een teveel aan aandacht voor u, zal betekenen dat ik een tekort krijg. Maar ik kan nie anders dan geven. En meer geven. En tegelijk u voor mij opeisen tot elk deeltje van u ook een beetje (van) mij wordt.
En dan hoop ik stiekem dat op een dag, gij tot het besef komt dat er een even groot deel van mij in u leeft, en dat ge zonder mij u niet meer kunt zijn. Dat ge mij nodig hebt. En zult hebben. En ik hoop dan dat ge mij zo hard zult vastpakken dat alle leven uit mijn lijf wordt geperst. Dat ik kan ervaren hoe het voelt om even broos te zíjn als ik u zie.

Als een pasgeboren vogelke wil ik, zo fragiel dat bij de minste beweging mijne nek breekt, blijvend in uwen handpalm rusten en gevoed worden met uw aandacht.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

broze proza ... kippenveltekst!

Anoniem zei

Amai, leuke blog. Toevallig hier terechtgekomen.WAW