zaterdag 14 juli 2007

[Universaliteit.]

We liggen op ons bed en de namiddagzon kleurt de kamer oranje doorheen de gordijnen.

“Ge kunt nie blijven schrijven over de liefde,” fluistert gij.
Uw adem kietelt mijn oor en doet mij het praten achterwege willen laten. Toch zeg ik:
“Geef mij één goeie reden waarom dat nie zou kunnen.”
“Omdat alles al eens, wat zeg ik, al honderden, duizenden keren gezegd is. Zeker als het over de liefde gaat, want die is universeel.”
Intussen aait uw wang langs de mijne en moet ik diep ademen om er toch maar met mijn gedachten bij te kunnen blijven.
“Wat heet universeel? Hoe universeel is uw liefde voor mij? Hoe universeel is mijn liefde voor u? Hoeveel gij’s lopen er volgens u rond op deze planeet, en hoeveel mij’s? En hoeveel gij’s kwamen dan nog’s toevallig een mij tegen? Hoe vaak hebt gij al het gevoel gehad dat ge mij waart en hoe dikwijls ben ik al u geweest? Hoe universeel is ‘wij’?”
Nu schuurt uwe voet langs mijn been en kan ik niet anders dan efkens mijn ogen sluiten en genieten.
“Dé liefde is universeel, daarin hebt ge overschot van gelijk. Maar ónze liefde is uniek,” vervolg ik dan.
“Zolang als gij mij ademloos kunt laten – en ge zijt op dit ogenblik goed bezig – zal ik stof tot schrijven hebben. Zolang als dien blik van u – ja, dien blik, zoals ge nu naar mij kijkt – mijn lijf doet tintelen en mijn zinnen prikkelt, zult gij mij impulsen geven om te schrijven. Zolang als uw liefde voor mij mijn hart doet springen, zal ik die liefde willen vatten in woorden – hoewel we beiden weten dat niks onze liefde écht kan omschrijven.”
“Maar,” pikt gij in, “als er dan ooit, ergens, maakt nie uit waar, iemand is die zich op één of andere manier herkent in een tekstje, of zelfs maar een zinneke dat gij schreeft over ons, en als dan die persoon door de herinnering die dat teweegbrengt, of misschien door een verwijzing naar iets wat nog moet komen eventjes geraakt wordt, dán pas hebt gij uw doel bereikt.
En hiermee bewijs ik dan meteen de gepoogde universaliteit van uw schrijven!”
Ge kijkt me triomfantelijk aan en plant nen innige kus op mijn lippen.

Wat kan ik anders doen dan wederom bezwijken?
Ik denk nog net “dit moet ik opschrijven”, voor ik geen enkel besef meer heb van tijd en ruimte, maar enkel oog voor u.

4 opmerkingen:

- zei

ik ben blij dat ge het hebt gepost,
ik vind het echt goed!
rock on!

kus!

Anoniem zei

Filosoferen én minnen tegelijk, dat kan niet anders dan gezond zijn!

Cornelia zei

(Het is niet zo dat ik dit schrijf omdat jij dat had gedaan bij mij:) Ik lees heel graag wat er in je blog staat. Ik vind het echt... niet evenaarbaar!

Anoniem zei

Er is ergens iemand die zich herkend in uw schrijfsels,bij wie ze herinneringen oproepen. Ook al is alles al eens gezegd en alles al eens geschreven, alsjeblief blijf schrijven want geen enkele twee liefdes op deze planeet zijn hetzelfde en het is maar weinigen gegeven om erover te kunnen schrijven.