vrijdag 29 juni 2007

[Mode d'emploi.]

Ge kwaamt met een handleiding.
Den eerste keer dat ik u zag, stopte ge mij dat 221-bladzijden-dikke boekske toe.
“Ik kom met een handleiding,” zeide gij. “Dat zie ik,” antwoordde ik.
Dien avond in bed las ik u helemaal. De belangrijkste stukjes markeerde ik met mijn gele fluostift, en af en toe maakte ik ergens een notitie bij, of vouwde ik een hoekske van een opmerkelijke bladzijde om zodat ik ze zeker zou terugvinden.
Eén bladzijde was zo fascinerend dat ik ze opnieuw en opnieuw las, tot ik ze even goed uit het hoofd kende als ne monoloog die ik de volgenden avond zou moeten opvoeren.
En ik ging slapen vol goede moed: als ik u nu, na al dat leeswerk, nie kende dan zou ik u nooit kennen, dacht ik.

Ik wist bijvoorbeeld dat soms, als gij een uitroepteken bedoelde, gij een vraagteken gebruikte. “Ik mis u precies een beetje!”, werd dan “ik mis u precies een beetje?” alsof de onzekerheid zich kan manifesteren in een enkel leesteken.
Ik wist ook dat uw hart reeds drie keer gebroken werd, en dat het van die laatste keer nog niet helemaal was hersteld.
Ik wist dat uw favoriete woordje “onomatopee” was omdat het eerder klonk als een drumslag dan als een woord. (Uw minst favoriete woordje was dan weer “leegte” omdat ge vondt dat dat woord op zich niks goeds met zich meebracht en het klonk zoals haar betekenis.)
En ik wist dat gij hieldt van ijzige winterdagen waarop ge u tegen uw geliefde vlijde voor het haardvuur en warme rijstpap at, terwijl de kat als een bolleke tegen uwen buik ging liggen en van gelukzaligheid hemels spinde.
En meer… Véél meer wist ik. Eigenlijk wist ik zowat alles.

Toen ik u de volgenden dag zag, kon ik op alles wat gij zei en deedt anticiperen. Het had wel iets, ik moest niet eens bang zijn om iets verkeerd te doen (ik wist namelijk dat ik het goed deed: vanbuiten blokken is altijd één van mijn sterke kanten geweest en dat was nu eens exact wat ik met uw handleiding had gedaan.)
Ge moest u echter niet afvragen waar mijn attentheid vandaan kwam, want ge wist dat ik ze uit uw boekske had. Op den duur kreeg ik zelfs den indruk dat het u ging vervelen… En ik begon mezelf ook te vervelen bij u, al was ik nog zo zeker dat ik met u mijn leven zou willen delen. Dat had ik besloten vanaf het ogenblik dat uw hand lichtjes de mijne raakte, en uw blik schalks de mijne kruiste toen ge mij die handleiding overhandigde.
We werden allebei een beetje moe, merkte ik.

In feite wilde ik gewoon slapen.
Dat was al wat ik wilde doen: mijn hoofd in uwe schoot leggen en slapen. Ook al stond het nie in die handleiding van u. Mijn hoofd in uwe schoot leggen en slapen. Al moest ik daarvoor veertig nieuwe bladzijden aan u toevoegen. Mijn hoofd in uwe schoot leggen en slapen.

Ik heb geen handleiding nodig om een thuis voor ons te bouwen.

3 opmerkingen:

- zei

verdorie.
gij zijt schitterend!

Valerie zei

Dat kan ik alleen maar bevestigen!

Anoniem zei

Die warme rijstpap en dat haardvuur, aan wélk adres moet ik daarvoor zijn? Ik heb momenteel niks te doen, ik dacht... misschien...