donderdag 24 mei 2007

[Zijt en zwijgt.]

Ik sta achter u, mijnen buik tegen uwe rug, met mijn armen rond u. “Ge moet nie bang zijn,” fluister ik u zachtjes toe. En datgene wat ik van u niet mag zeggen, maar wel wil zeggen want ik weet dat het waar is – alles kómt goe – verzwijg ik.

Maar uw angst, uw onzekerheden en uwe stress: Ik kus ze weg, tot ze vervagen en uiteindelijk verdwijnen in’t niets. “ ’t Is niets,” zeg ik u dan, “ge kunt op mij vertrouwen want ik zal hier altijd staan voor u, achter u en naast u.”

En gij, altijd zo gereserveerd, zo afstandelijk, zo totaal gesloten, staart mij aan. Een miljoen seconden, lijkt het wel, pint uwen blik zich in de mijne vast tot ge mijn hand pakt, op uw hart legt en mij toevertrouwt: “Uw woorden doen mij niks…”

Maar ge vervolgt uwen uitleg, gelukkig maar want mijne greep rond u had zich al verslapt, en mijn hand lag nie langer meer op uw hart. “Uw woorden doen mij niks,” herhaalt ge nog ‘s. “Maar wanneer wij hier zo staan, gelijk ne puzzel uit twee delen die alleen maar op elkaar passen… Wanneer gij mij kust en mij verzwijgt dat ge denkt dat alles goed gaat komen – ge moet nu niet doen alsof ge dat niet dacht, ik wéét dat ge dat dacht, ik weet altijd wat gij denkt want uw ogen spreken zoveel schoner dan uw woorden – dan verwarmt gij heel mijn binnenste. Als ik uw ogen lees, dan wéét ik dat ik niet moet bang zijn, omdat gij hier voor mij zult staan. Als ik uw ogen lees, dan zie ik alles wat ik horen wil.
Dus zwijgt gewoon, en kijkt mij aan. Kust mij, houdt mij vast. Maar slikt uw woorden in en zijt er gewoon. Zoals ge nu zijt. Zoals ge waart als ik u den eerste keer zag. Zoals gij zult zijn als wij oud en dement in onze zetelkes tegenover elkaar zitten. Zijt en zwijgt. Zo zie ik u het liefst.”

Dat waren, op zijn zachtst gezegd, de schoonste dingen die gij mij ooit hebt verteld.
Ik deed mijne mond open om u dat mee te delen, maar besefte net op tijd dat ik dan zou bewijzen dat ik uwen uitleg niet begrepen had. Zijn en zwijgen. Zwijgen en zijn. En kijken. En kussen. En u vasthouden.

Ik kan mij geen beter dingen voorstellen dan naar u te kijken, u vast te houden en u te kussen.
Zijn en zwijgen. Ge leest toch wat ik denk.

Wat denk ik nu?

3 opmerkingen:

Valerie zei

ge schrijft inderdaad zo schoon...x

Anoniem zei

Dinsdag, woensdag én donderdag een schrijfsel... waar blijft dat van vrijdag?

*ongeduldig*

Cherry Blossom Girl zei

Enkel voor zo'n moment voelt een mens dat zij leeft.