vrijdag 15 juni 2007

[De zwakheid in mij?]

’t Is niet omdat ik u mis. ’t Is dat ik mijzelf haat omdat ik u lijk te missen.
’t Is niet omdat ik haar nodig heb. ’t Is dat ik heb beseft hoezeer ik haar nodig heb. Meer nog, hoezeer ik van haar houd, terwijl gij mijn hoofd alsnog deedt tollen, alsnog doet verlangen naar uw hypnose.

’t Is daarom dat ik doorgespoeld en
doorweekt, uitgewrongen en compleet het noorden kwijt mijzelf aan uw én aan uw voeten werp en wacht, tot één van u mij niet van de grond raapt.
Maar wel een ander.

Geen opmerkingen: